Kort samengevat komt het Vork-model hier op neer. Ontwikkeling vindt plaats langs vier tanden van de vork, ofwel langs de volgende vier sporen:
1. Wat: de gewenste toestand die iemand wil bereiken is zijn ‘project’-spoor.
2. Hoe: de manier waarop hij zijn project realiseert, is het ‘zelfsturing’-spoor.
3. Wie: hoe hij hierbij zijn persoonlijkheid ontwikkelt, is het ‘identiteit’-spoor.
4. Waartoe: de relevante bijdrage aan de omgeving is het ‘grotere geheel’-spoor.
Het verschil met een op oplossingen gerichte benadering is, dat hierbij een bredere ontwikkeling wordt nagestreefd. Het project ontwikkelt zich van de huidige naar de gewenste toestand, net als bij een oplossingsgerichte manier van werken. Aanvullend groeit bij deze benadering de gecoachte persoon of organisatie ook in zelfsturing; een vergelijkbaar probleem kan een volgende keer beter en effectiever worden aangepakt. De ontwikkeling past bij de identiteit of levert een bijdrage aan de ontwikkeling van de identiteit. Tenslotte maakt de ontwikkeling deel uit van de ontwikkeling van het grotere geheel.